Bij een windvlaag kan een zeilboot, die scherp aan de wind vaart, nog hoger zeilen. Dit noemt men oploeven in een vlaag. Maar hoe werkt dat precies? We overlopen stap voor stap de onderstaande figuur en verklaren het oploeven aan de hand van krachten.
- A – B: Een zeilboot vaart scherp aan de wind tegen 5 knopen, met een hoek van 29° (hoek ten opzichte van de schijnbare wind).
- B – C: Tijdens een windvlaag neemt de ware wind even toe. Hierdoor komt de schijnbare wind ruimer in. De hoek neemt toe tot 36°. Doordat de schijnbare wind ruimer inkomt kan men met de zeilboot oploeven. Het oploeven kan maar kort. De toegenomen wind zorgt voor extra bootsnelheid (6 knopen) waardoor de vaartwind ook toeneemt (C). De schijnbare wind komt daardoor hoger in, de grootte van de hoek is afgenomen tot 15°.
- C – D: Doordat de hoek van schijnbare wind is afgenomen zal men zelfs na de vlaag verder moeten afvallen, men heeft nog wat extra snelheid. De extra gewonnen snelheid zorgt voor meer vaartwind, waardoor de hoek van schijnbare wind kleiner is dan de initiële situatie..
- D – E: De snelheid van de boot neemt tenslotte terug af tot 5 knopen en de zeilboot vaart terug tegen de initiële koers van de schijnbare wind van 29°. De boot heeft hoogte gewonnen en zo voordeel gehaald uit een windvlaag.
Het oploeven in een windvlaag is vaak erg makkelijk door de loefgierigheid van een zeilboot. Door het toenemen van de druk in de zeilen zal de boot bij een windvlaag automatisch oploeven.